HAN Werkplekleren 2 – leerjaar 2

Tijdens het tweede jaar van je opleiding ontwikkel je jezelf als leraar, vooral op pedagogisch-didactisch gebied. Je doorloopt twee begeleide stages van acht weken op dezelfde stageschool, samen met een medestudent. Op maandag en dinsdag geef je daar een aantal (deel)lessen en voer je andere onderwijsactiviteiten uit. Tijdens het jaar laat je zien dat je jouw handelen in de lespraktijk onderzoekt, ter discussie stelt en eventueel aanpast.

Kennismakingsgesprek
Ruim voor je stage ontvang je een uitnodiging van je stageschool, voor een kennismakingsgesprek. Tijdens dit gesprek ontmoet je je werkplekbegeleider, de schoolopleider en vaak ook de instituutsopleider. Van hen krijg je alle informatie die je nodig hebt om goed van start te kunnen gaan. Daarnaast worden de eerste afspraken gemaakt en bespreken jullie wederzijdse verwachtingen. Bijvoorbeeld over:

  • klassen waaraan je les gaat geven.
  • de manier waarop je begeleid gaat worden.
  • aanwezigheid, stagedagen en de duur van de stage.
  • het gebruik van methodes, planners en digitaal lesmateriaal.
  • kopiëren, printen en aanleveren lesvoorbereidingen.
  • het startgesprek en de manier waarop je dit kunt voorbereiden.

Hier vind je complete lijst met onderwerpen die we vanuit Passie voor Leren belangrijk vinden om aan bod te laten komen. In principe loop je stage met een medestudent, en voer je het kennismakingsgesprek samen.

Voorbereiding
Voor het kennismakingsgesprek bekijk je de website van de school. Daarnaast denk je na over wie jij bent als student, en welke ondersteuningsbehoefte je hebt. Deze lijst met thema’s is daarbij een handig hulpmiddel. Vul de lijst in om zicht te krijgen op wat jij nodig hebt als lerende, zodat je begeleider daar zo goed mogelijk op kan aansluiten. Niks is goed of fout, en misschien verandert je ondersteuningsbehoefte nog de komende tijd. Zie de lijst als een uitgangspunt om passende begeleiding voor jou op te starten.

Heb je de lijst ingevuld? Deel deze dan met je werkplekbegeleider. En denk voor het kennismakingsgesprek verder na over de volgende vragen:

  • Wat zijn de belangrijkste 3 aandachtspunten voor mij?
  • Wat zegt dit over mij als lerende?
  • Wat vraagt dit van mijn begeleider?
  • Hoe zou begeleiding eruitzien?
  • Hoe maak ik mijn behoefte in begeleiding kenbaar? En aan wie?

Oriëntatiefase
Je stage begint met de oriëntatiefase. Tot aan het startgesprek in week 2 of 3 oriënteer je je op wat de stageschool te bieden heeft. Daarbij stel je je proactief en onderzoekend op. Je beantwoordt vragen als:

  • Wat is de visie van de school?
  • Hoe herken je de visie van de school in de dagelijkse lespraktijk?
  • Hoe ziet de doelgroep eruit?
  • Hoe vindt er samenwerking plaats tussen collega’s?
  • Hoe ziet de organisatiestructuur eruit?

Activiteiten
Om de vragen tijdens de oriëntatiefase te beantwoorden kun je verschillende activiteiten ondernemen. Overleg met je werkplekbegeleider wat er mogelijk is, maar neem vooral ook zelf het initiatief. Voorbeelden van activiteiten:

  • Een dag meelopen met een docent.
  • Een dag meelopen met een klas.
  • Een collega interviewen.
  • Vergaderingen bijwonen.
  • Het PTA en/of het team-, zorg- en schoolplan bestuderen.
  • Met medestudenten van je opleiding overleggen.

Startgesprek
In de tweede of derde week van je stage maak je zelf een afspraak voor het startgesprek: een gesprek tussen jou, je werkplekbegeleider en iemand van het opleidingsinstituut of de schoolopleider. Het doel? Vaststellen van jouw leeropbrengsten, de maat en je leerweg voor de komende periode. Dat doe je door antwoord te geven op de volgende vragen:

  • Wie ben ik en wat zijn mijn kwaliteiten?
  • Wat voor een docent wil je worden, en hoe ga je het docentschap invullen?
  • Wat heb ik aan het eind van deze stage geleerd? (de leeropbrengst)
  • Wanneer ben ik tevreden over mijn leeropbrengsten? (de maat)
  • Welke stappen moet ik zetten om daar te komen? (de leerweg)

Bij het beantwoorden van deze vragen omschrijf je de leeropbrengsten zo concreet mogelijk. Je werkplekbegeleider helpt bij het bepalen van je leerweg, door de schoolcontext met je te bespreken. Het startgesprek duurt ongeveer een half uur.

Voorbereiding
Als voorbereiding op je startgesprek maak je een presentatie van 5 tot 10 minuten, waarin bovenstaande vragen aan bod komen. De vorm laten we aan jou over. Het startgesprek begint met deze presentatie. Daarna stellen de begeleiders verhelderende en verdiepende vragen.

Bij je voorbereiding maak je natuurlijk gebruik van de ervaringen uit je eerste stageweken. En van de volgende informatie:

Vervolg
Zowel de voorbereiding als de verwerking van het startgesprek plaats je in jouw groeidossier. Op de helft van je stage is er een tussenevaluatie en aan het einde een eindevaluatie. Op die momenten kijk je terug naar het startgesprek en evalueer je samen met je begeleiders je ontwikkeling tot dan toe.

Inspiratie
Bekijk de video hieronder om een beeld te krijgen van het startgesprek.

Bekwaamheidsgebieden
In de niveaubeschrijvingen van het Instituut Leraar en School van de HAN komen vier bekwaamheidsgebieden terug:

  • Vakinhoudelijk bekwaam
  • Vakdidactisch bekwaam
  • Pedagogisch bekwaam
  • De brede professionele basis: de buitenschil om de drie bekwaamheidsgebieden.

Deze bekwaamheidsgebieden vormen voor studenten een rode draad door hun hele opleiding. In elk leerjaar werken zij aan één of meerdere bekwaamheidsgebieden. Bij beoordelingsmomenten is per bekwaamheidsgebied beschreven wat er op dit niveau van hen wordt verwacht.

De 4 bekwaamheidsgebieden

 

Werkplekbegeleider
Op je stageschool word je gekoppeld aan een werkplekbegeleider. Hij of zij stimuleert je om jouw eigen manier van lesgeven te ontwikkelen en ondersteunt jouw groei via feedup, feedback en feedforward  en op basis van de handleiding voor het begeleiden van voltijdstudenten en deeltijdstudenten. Je spreekt je werkplekbegeleider minimaal één keer per week tijdens een individueel coachgesprek, op een vast moment dat jullie samen bepalen.

In de coachgesprekken bespreek je de pedagogische en didactische leerdoelen in je lessen, jouw leerdoelen in relatie met leerlingen, collega’s en andere betrokkenen en onderzoeksactiviteiten die je hebt ondernomen. Daarnaast leer je reflecteren op de kenmerken van een onderzoekende houding en jouw ontwikkeling op de vier bekwaamheidsgebieden.

Schoolopleider en instituutsopleider
Met schoolgerelateerde vragen of zaken waarmee je werkplekbegeleider je niet kan helpen, kun je terecht bij de schoolopleider. Daarnaast is de instituutsopleider betrokken bij je stage: een docent van je opleiding die onder andere aansluit tijdens formele gesprekken.

Jouw rol
Je bent ook zelf verantwoordelijk voor de manier waarop je begeleid wordt. Het is jouw taak om je werkplekbegeleider te vertellen:

  • wat je wilt uitproberen of wilt leren en wat daarbij je doel is
  • hoe je feedback wilt verzamelen
  • bij wie je feedback wilt verzamelen
  • hoe je bepaalt of het doel behaald is
  • hoe je de feedback verwerkt

Verder zorg je ervoor dat je het groeidossier bijhoudt, je aan gemaakte afspraken houdt en goed voorbereid op je stage verschijnt.

Feedup, feedback en feedforward
Begeleiders en opleiders helpen studenten om de juiste vragen te stellen en tot antwoorden te komen over hun eigen ontwikkeling. Studenten selecteren zelf tijdens integrale beoordelingsmomenten zoals de tussenevaluatie en de eindbeoordeling de informatie waar ze trots op zijn en presenteren deze aan de beoordelaars. Tijdens al deze momenten krijgen zij feedup, feedback en feedforward.

  • Feedup richt zich op de vraag: waar werk ik naartoe? Feedup refereert daarmee aan de verwachte te leveren prestatie.
  • Feedback richt zich op de vraag: hoe doe ik het tot nu toe? Feedback heeft betrekking op alle opmerkingen die te maken hebben met de tot dan toe geleverde prestatie.
  • Feedforward richt zich op de vraag: hoe nu verder? Feedforward geeft aan dat de student voor toekomstige prestaties aandacht dient te besteden aan bepaalde ontwikkelpunten.
Groeien via feedback, feedup en feedforward.

Groeien via feedback, feedup en feedforward.

Duo-stage
In principe doorloop je je stage samen met een medestudent uit hetzelfde leerjaar. Dat is een voordeel, omdat jullie voor elkaar kunnen dienen als extra sparringpartner. En je ontvangt feedback van een medestudent op je handelen in de prakrijk. Begeleidingsgesprekken voer je in overleg met je wpb individueel of met je stagepartner. Aan beoordelingsmomenten neem je individueel deel.

Samen leren
Binnen Passie voor Leren vinden we het belangrijk dat jij echt onderdeel bent van het team en de sectie op je stageschool. Door lessen van anderen bij te wonen, te overleggen met collega’s en hen om input en feedback te vragen ontwikkel je jezelf, je professionele identiteit en je visie op onderwijs. En voel je je al snel als volwaardige collega thuis op je stageplek. Samen met je werkplekbegeleider bespreek je welke stappen je hierin gaat zetten.

Het groeidossier
Het groeidossier is een digitaal ontwikkelportfolio in Bulb: een middel om de ontwikkeling van jou als student zichtbaar te maken. In het groeidossier plaats je een selectie van producten die je ontwikkeling aantonen. Deze producten geven inzicht in uitgevoerde onderwijsactiviteiten, professionele identiteit, manieren van reflectie, leidinggevende kwaliteiten, onderzoekend vermogen, collegialiteit en samenwerking.

Voorbeelden van bewijsstukken:

  • producten van leerlingen
  • PowerPoint bij een les
  • lesvoorbereiding
  • uitgewerkte activerende werkvorm
  • opzet van een excursie of veldwerk
  • reflectieverslagen
  • feedback
  • een ingevulde vragenlijst zoals VIL, interview of 360-gradenbeoordeling
  • een mail van een collega, peer of ouder
  • verantwoording met daarin een koppeling naar theorie
  • een foto, tekening, stukje film of audio van een betekenisvolle situatie
  • een leerwerktaak of ontwikkeltaak
  • iets anders…

Beoordeling groeidossier
Het groeidossier wordt niet beoordeeld met een cijfer. Het bijhouden van het dossier is wel een verplicht onderdeel van de opleiding en maakt deel uit van een brede professionele basis.

Goed om te weten
Bekijk ook de webpagina met FAQ over Bulb. Daar lees je meer over zowel de technische als de inhoudelijke kant van het groeidossier. Verder is er een hulpmiddel dat de do’s & don’ts beschrijft en trainingsmateriaal. Die informatie kun je opvragen via e-mail.

Waarom een groeidossier?
Binnen Passie voor Leren vinden we het belangrijk dat studenten zelfsturing ontwikkelen. Het beroep van leraar verandert continu, waardoor er van je gevraagd wordt voorbereid te zijn op een leven lang leren. Om blijvend en betekenisvol aan bekwaamheden te werken, is het belangrijk dat je herkent wat zinvolle informatie is over de kwaliteit van je werk en je eigen ontwikkeling. Dit bereiken we door actief in te zetten op het leren stellen van vragen, het geven van en het vragen om feedback en het stimuleren van keuzes maken op basis van feedback. Zo leer je om praktijkproblemen op te lossen. Het groeidossier is één van de ondersteunende middelen in dit leerproces.

Tussenevaluatie
Halverwege je stage word je door de schoolopleider of instituutsopleider uitgenodigd voor de tussenevaluatie: een gesprek van ongeveer een half uur tussen jou, je werkplekbegeleider en iemand van het opleidingsinstituut of de schoolopleider. Het doel? Terugblikken op de afgelopen periode, kijken waar je nu staat en waar je in de toekomst naartoe wil. Dat doe je door antwoord te geven op vragen als:

  • Wat heb ik tot nu toe ervaren?
  • Wat hebben interventies opgeleverd?
  • Waar werk ik naartoe? Wat zijn mijn leerdoelen?
  • Welke stappen moet ik zetten om daar te komen?
  • Wat voor type leraar wil ik worden?

Voorbereiding
Als voorbereiding op de tussenevaluatie kijk je terug naar je leeruitkomsten bij het startgesprek. Vervolgens reflecteer je op de groei die je sindsdien hebt doorgemaakt en vul je het formulier tussenevaluatie in. Zo maak je duidelijk waar je in jouw ogen staat qua ontwikkeling binnen de vier bekwaamheidsgebieden. Het ingevulde formulier deel je met je begeleiders. Jouw werkplekbegeleider vult vervolgens een eigen deel van het formulier in en deelt dit weer met jou, voor de tussenevaluatie plaatsvindt.

Het vervolg
De tussenevaluatie wordt formatief beoordeeld. Je krijgt dus geen cijfer. Wel ontvang je tijdens het gesprek feedback van je begeleiders en geeft je werkplekbegeleider concreet aan of er vertrouwen is in het voldoende afronden van de stage. Jij plaatst het ingevulde formulier tussenevaluatie in je groeidossier en schrijft een kort gespreksverslag, dat je ook uploadt in Bulb. Vervolgens ga je tijdens de tweede helft van je stage aan de slag met je leerdoelen.

Hier lees je de exacte afspraken over wat er precies van jou en je werkplekbegeleider wordt verwacht.

Eindbeoordeling
Je sluit je stageperiode af met de eindbeoordeling: een gesprek van ongeveer 45 minuten tussen jou, je werkplekbegeleider en iemand van het opleidingsinstituut of de schoolopleider. Je maakt zelf een afspraak voor dit gesprek of wordt hiervoor uitgenodigd door de schoolopleider of de instituutsopleider.

Als je jouw groei van deze periode wil benadrukken met voorbeelden, start de eindbeoordeling met jouw presentatie daarvan. Vervolgens stellen je begeleiders verhelderende en verdiepende vragen over het beoordelingsformulier dat jij én je begeleiders voor het gesprek hebben ingevuld en eventueel over jouw presentatie. Aan het einde van het gesprek krijg je een beoordeling in de vorm van een cijfer.

Voorbereiding
Als voorbereiding vul je het beoordelingsformulier in, door per bekwaamheidsgebied jouw ontwikkeling te beschrijven. Daarnaast bereid je als je dat wilt een korte presentatie voor, waarin je voorbeelden geeft van jouw groei. De vorm van deze presentatie kies je zelf. Denk aan een PowerPoint, Prezi, vlog, video of Padlet. Het beoordelingsformulier deel je met je wpb en de schoolopleider.

De beoordeling
Vóór het gesprek beschrijft ook je werkplekbegeleider jouw ontwikkeling per bekwaamheidsgebied op het beoordelingsformulier en deelt die dit formulier met jou, de schoolopleider en de instituutsopleider. Ook hoor je vooraf of je je stage afsluit met een voldoende of een onvoldoende. Je exacte eindcijfer bepalen je begeleiders meteen ná het gesprek.

Het vervolg
Na de eindbeoordeling doe je een beoordelingsverzoek in Handin. Het verslag van het gesprek plaats je samen met je eindbeoordeling op Bulb. Je definitieve eindbeoordeling wordt door je wbp of schoolopleider via mail ingeleverd bij je instituutsopleider. Meer over de procedure vind je in de handleiding werkplekleren.

Evaluatie werkplekleren
Wij vinden het belangrijk om ons werkplekcurriculum systematisch te verbeteren. En jouw mening telt! Via een geanonimiseerde vragenlijst en een groepsgesprek horen we graag hoe jij het werkplekleren hebt ervaren. Van je schoolopleider ontvang je een uitnodiging voor het centrale evaluatiemoment aan het einde van jouw stage.

Uiteraard hoef je niet te wachten tot deze bijeenkomst. Als je eerder jouw feedback wil delen, neem dan contact op met jouw werkplekbegeleider, schoolopleider of instituutsopleider.

Stop je vroegtijdig met je stage? Dan vindt een afsluitend gesprek plaats met je werkplekbegeleider, schoolopleider en instituutsopleider. In dit gesprek kun je feedback geven op het werkplekleren en krijg je de mogelijkheid om de vragenlijst in te vullen.