HAN Werkplekleren 1

Tijdens het eerste jaar van de lerarenopleiding oriënteer je je op het beroep van docent. De centrale vraag is: kan en wil ik leraar worden? Om het antwoord te ontdekken doe je ervaring op in de praktijk, tijdens een stage van 16 weken op vrijdag, met een medestudent. Daarnaast volg je elke donderdagmiddag groepsbijeenkomsten op één van de opleidingsscholen.

Kennismakingsgesprek
Ruim voor de start van je stage ontvang je via Bureau Extern de gegevens van de school. Meestal loop je stage met een andere student uit jouw leerjaar. In dat geval zoek je elkaar op en nemen jullie samen contact op met de werkplekbegeleider of de schoolopleider om een kennismakingsgesprek te plannen. Tijdens dit gesprek ontmoet je jouw begeleider(s) en ontdek je hoe er op school gewerkt wordt. Daarnaast krijg je meer informatie over praktische zaken en maak je concrete afspraken met je werkplekbegeleider.

De bedoeling van het gesprek is kennismaken met je werkplekbegeleider en de stageschool. Daarnaast vinden we het vanuit Passie voor Leren belangrijk dat deze onderwerpen aan bod komen.

Voorbereiding
Als voorbereiding op het kennismakingsgesprek denk je na over wie jij bent als student, en welke ondersteuningsbehoefte je hebt. Dat doe je aan de hand van de volgende vragen:

  • Wat zijn de belangrijkste drie aandachtspunten voor mij?
  • Wat zegt dit over mij als lerende?
  • Wat vraagt dit van mijn begeleider?
  • Hoe zou begeleiding eruitzien?
  • Hoe maak ik mijn behoefte in begeleiding kenbaar? En aan wie?

Oriëntatiefase
Je stage begint met de oriëntatiefase. Tot aan het startgesprek in week 3 oriënteer je je op wat de stageschool te bieden heeft. Daarbij stel je je proactief en onderzoekend op. Je beantwoordt vragen die een leidraad zijn voor het startgesprek in week 3. Enkele voorbeelden:

  • Wat is de visie van de school?
  • Hoe herken je de visie van de school in de dagelijkse lespraktijk?
  • Hoe ziet de doelgroep eruit?
  • Hoe vindt er samenwerking plaats tussen collega’s?
  • Hoe ziet de organisatiestructuur eruit?

Activiteiten
Om de vragen uit de oriëntatiefase te beantwoorden kun je verschillende activiteiten ondernemen. Natuurlijk hoef je de eerste weken niet meteen alles te doen: je hebt de hele stage de tijd. Overleg wel op tijd met je werkplekbegeleider wat er mogelijk is en neem vooral zelf het initiatief. Voorbeelden van activiteiten vind je in het document Ideeën voor stage-activiteiten.

Bijeenkomsten leergemeenschap
Als je stage start, starten ook de bijeenkomsten in de leergemeenschap op donderdagmiddag. Daar krijg je concrete handvatten voor (de start van) je stage, zoals uitleg over Bulb, een observatieformulier en een voorstel voor een dagplanning. Ook komen er plenair thema’s aanbod die je meteen kunt toepassen in de praktijk, zoals observeren, interviewen en reflecteren.

Startgesprek
In de derde week van je stage voer je een startgesprek: een gesprek tussen jou, je werkplekbegeleider en je coach of schoolopleider uit de leergemeenschap. Het doel? Jouw leerroute uitstippelen en persoonlijke leerdoelen en bijbehorende leeractiviteiten afstemmen. Je geeft antwoord op vragen als:

  • Wie ben ik?
  • Wat zijn mijn kernkwaliteiten?
  • Waar werk ik naartoe en wat zijn mijn leerdoelen?
  • Welke stappen moet ik zetten om daar te komen?
  • Kan en wil ik docent worden?

Hierbij omschrijf je per leeruitkomst (LUK) 1 á 2 leerdoelen zo concreet mogelijk. Het startgesprek duurt ongeveer een half uur en wordt niet beoordeeld.

Voorbereiding
Als voorbereiding op je startgesprek maak je een presentatie van 5 tot 10 minuten, waarin de eerder genoemde vragen aan bod komen. De vorm laten we aan jou over. Het startgesprek begint met deze presentatie. Daarna stellen de begeleiders verhelderende en verdiepende vragen. En als het nodig is, helpen ze jou om je leerdoelen helder te formuleren.

Bij je voorbereiding maak je natuurlijk gebruik van de ervaringen uit je eerste stageweken. En van de volgende informatie:

Vervolg
Zowel de voorbereiding als de verwerking van het startgesprek plaats je in jouw portfolio. Tijdens je stage ga je aan de slag met de leerdoelen. Op de helft en aan het einde van de stageperiode kijken we samen terug naar het startgesprek en evalueren we de ontwikkeling die je tot dan toe hebt gemaakt.

Inspiratie
Bekijk de video hieronder om een beeld te krijgen van het startgesprek.

Werkplekbegeleider
Op je stageschool word je gekoppeld aan een werkplekbegeleider (wpb), die je wegwijs maakt in de school en ervoor zorgt dat jij verkregen inzichten in de praktijk kan toepassen. Tijdens individuele coachgesprekken bespreken jullie jouw persoonlijke groei en de ontwikkeling van je professionele identiteit en je onderzoeksvaardigheden. Denk aan evalueren, (toetsen) analyseren, groepsgesprekken voeren, interviews afnemen, lesobservaties schrijven en enquêtes opstellen.

Daarnaast ondersteunt je wpb bij het reflecteren op je eigen lespraktijk en op je gedrag in het kader van een  onderzoekende houding. Dat kenmerkt zich door nieuwsgierig zijn, een open houding tonen, kritisch zijn, willen begrijpen, bereid zijn tot perspectiefwisseling, je distantiëren van routines, gericht zijn op bronnen, op zeker weten en willen delen met anderen.

Je werkplekbegeleider stimuleert jou om je grenzen te verleggen en jouw eigen manier van lesgeven te ontwikkelen. Dat doet hij of zij vanuit een kritische blik, via feedup, feedback en feedforward op basis van de leeruitkomsten. Het is niet noodzakelijk dat je wpb hetzelfde vak geeft als jij.

Schoolopleider
Algemene vragen over je stage, of vragen waarmee je niet bij je werkplekbegeleider terecht kunt, stel je aan de schoolopleider. De schoolopleider is medeverantwoordelijk voor de kwaliteit van de werkplek en de kwaliteit van de begeleiding, is aanwezig bij de evaluatiemomenten en neemt de rol van tweede beoordelaar op zich.

Jouw rol
Je bent ook zelf verantwoordelijk voor de manier waarop je begeleid wordt. Het is jouw taak om je werkplekbegeleider te vertellen:

  • wat je wilt uitproberen/leren/ je doel is
  • hoe je feedback wilt verzamelen
  • bij wie je feedback wilt verzamelen
  • hoe je bepaalt of het doel behaald is
  • hoe je de feedback verwerkt

Verder zorg je ervoor dat je jouw portfolio bijhoudt, je aan gemaakte afspraken houdt en goed voorbereid verschijnt.

Feedup, feedback en feedforward
Begeleiders en opleiders helpen studenten om de juiste vragen te stellen en tot antwoorden te komen over hun eigen ontwikkeling. Studenten selecteren zelf tijdens integrale beoordelingsmomenten zoals de tussenevaluatie en de eindbeoordeling de informatie waar ze trots op zijn en presenteren deze aan de beoordelaars. Tijdens al deze momenten krijgen zij feedup, feedback en feedforward.

  • Feedup richt zich op de vraag: waar werk ik naartoe? Feedup refereert daarmee aan de verwachte te leveren prestatie.
  • Feedback richt zich op de vraag: hoe doe ik het tot nu toe? Feedback heeft betrekking op alle opmerkingen die te maken hebben met de tot dan toe geleverde prestatie.
  • Feedforward richt zich op de vraag: hoe nu verder? Feedforward geeft aan dat de student voor toekomstige prestaties aandacht dient te besteden aan bepaalde ontwikkelpunten.
Groei via feedback, feedup en feedforward.

Groei via feedback, feedup en feedforward.

Leren in de leergemeenschap
Als student WPL1 maak je deel uit van een leergemeenschap van medestudenten, professionals van de HAN en professionals van de verschillende werkplekken binnen Passie voor Leren. In periode 1 start je met een blok onderwijskunde op de HAN. In periode 2 en 3 zijn er elke donderdagmiddag van 13.45 tot 17.00 verplichte bijeenkomsten die je volgt met je coachgroep: een kleinere groep studenten binnen de leergemeenschap. De locatie kan per keer verschillen, maar is altijd één van de stagescholen van Passie voor Leren.

Programma donderdagmiddag
Tijdens de bijeenkomsten op donderdagmiddag komen in het gezamenlijke deel verschillende onderwerpen aan bod, bijvoorbeeld klassenmanagement of de manier waarop je een les opbouwt. De inhoud staat voor een deel vast en enkele onderdelen bieden we vraaggestuurd aan. In dat geval bepaal je als coachgroep waar jullie behoefte aan hebben.

Coachdeel
Daarnaast word je op de donderdagmiddagen soms individueel en soms in (sub)groepjes begeleid bij het systematisch ontwikkelen van je handelen. Tijdens coachgesprekken zoom je met je begeleider in op jouw persoonlijkheid, je professionele identiteit, je persoonlijke leerdoelen en de route daarnaartoe. Je stelt persoonlijke leervragen en werkt doelgericht en op onderzoekende wijze toe naar de antwoorden. Je portfolio in Bulb speelt hierbij een belangrijke rol.

Brede oriëntatie werkveld
In overleg met je coach bezoek je tijdens het tweede deel van je stage op donderdagmiddag een andere school dan je eigen stageschool. Het doel is een brede oriëntatie op het werkveld, door kennis te maken met een andere visie en te kijken wat een andere school te bieden heeft. Ook koppel je een onderwijskundig thema aan het scholenbezoek, zoals didactisch coachen of Agora-onderwijs. De opbrengsten bespreek je binnen je coachgroep en via intervisie met je coach.

Samen leren
Sowieso moedigen we je aan om tijdens het werkplekleren andere studenten op te zoeken, het gesprek aan te gaan en bij elkaar in de les te kijken. Op je eigen stageschool of op de andere scholen van Passie voor Leren. Een mooie kans om je blik te verbreden en te ontdekken hoe anderen omgaan met situaties uit de onderwijspraktijk. Overleg met je werkplekbegeleider over de mogelijkheden.

 

Het portfolio
We maken gebruik van een digitaal ontwikkelportfolio in Bulb: een middel om de ontwikkeling van jou als student zichtbaar te maken. In je portfolio plaats je een selectie van producten die je ontwikkeling aantonen. Deze producten geven inzicht in uitgevoerde onderwijsactiviteiten, professionele identiteit, manieren van reflectie, leidinggevende kwaliteiten, onderzoekend vermogen, collegialiteit en samenwerking.

Voorbeelden van bewijsstukken:

  • producten van leerlingen
  • PowerPoint bij een les
  • lesvoorbereiding
  • uitgewerkte activerende werkvorm
  • opzet van een excursie of veldwerk
  • reflectieverslagen
  • feedback
  • een ingevulde vragenlijst zoals VIL, interview of 360-gradenbeoordeling
  • een mail van een collega, peer of ouder
  • verantwoording met daarin een koppeling naar theorie
  • een foto, tekening, stukje film of audio van een betekenisvolle situatie
  • een leerwerktaak of ontwikkeltaak
  • iets anders…

Beoordeling portfolio
Het portfolio wordt niet beoordeeld met een cijfer. Het bijhouden ervan is wel een verplicht onderdeel van de opleiding en maakt deel uit van een brede professionele basis.

Goed om te weten
Bekijk ook de webpagina met FAQ over Bulb. Daar lees je meer over zowel de technische als de inhoudelijke kant van het portfolio. Verder is er een hulpmiddel dat de do’s & don’ts beschrijft en trainingsmateriaal. Die informatie kun je opvragen via e-mail.

Waarom een portfolio?
Binnen Passie voor Leren vinden we het belangrijk dat studenten zelfsturing ontwikkelen. Het beroep van leraar verandert continu, waardoor er van docenten gevraagd wordt voorbereid te zijn op een leven lang leren. Om blijvend en betekenisvol aan bekwaamheden te werken, is het belangrijk dat zij herkennen wat zinvolle informatie is over de kwaliteit van hun werk en hun eigen ontwikkeling. Dit bereiken we door actief in te zetten op het leren stellen van vragen, het geven van en het vragen om feedback en het stimuleren van keuzes maken op basis van feedback. Zo leren studenten praktijkproblemen op te lossen. Het portfolio is één van de ondersteunende middelen in dit leerproces.

Tussenevaluatie
Halverwege je stage vindt de tussenevaluatie plaats: een gesprek tussen jou, je werkplekbegeleider en je coach of schoolopleider. Het doel? Terugblikken op de afgelopen periode, kijken waar je nu staat en waar je in de toekomst naartoe wil. Daarbij richt je je op de drie leeruitkomsten en geef je antwoord op vragen als:

  • Wat heb ik tot nu toe ervaren?
  • Wat hebben interventies opgeleverd?
  • Waar werk ik naartoe?
  • Welke stappen moet ik zetten om daar te komen?
  • Wil en kan ik docent worden?

Je omschrijft de gewenste leeropbrengsten zo concreet mogelijk. De tussenevaluatie duurt ongeveer een uur. Na afloop van het gesprek schrijf je een verslag dat je in je portfolio plaatst. Je krijgt geen cijfer voor de tussenevaluatie.

De voorbereiding
Als voorbereiding op de tussenevaluatie maak je een presentatie van 5 tot 10 minuten, waarin de eerder genoemde vragen aan bod komen. De vorm laten we aan jou over. Het gesprek begint met deze presentatie.

Daarnaast vul je als voorbereiding het feedbackformulier bij de drie leeruitkomsten in. Zo maak je duidelijk waar je in jouw ogen staat qua ontwikkeling per leeruitkomst. De ingevulde formulieren deel je vooraf met je begeleiders en zij vullen ze ook vooraf in. Tijdens het gesprek vergelijken jullie je bevindingen en na afloop maak jij een feedbackverslag waarin je nieuwe leerdoelen formuleert.

Het vervolg
Zowel de voorbereiding als de verwerking van de tussenevaluatie plaats je in jouw portfolio. Tijdens de eindbeoordeling in periode 4 kijk je hierop terug en evalueer je samen met je begeleiders je ontwikkeling tot dan toe.

 

Eindgesprek
Tijdens een eindgesprek beoordelen een onderwijskundige en jouw werkplekbegeleider de leeruitkomst ‘positief leerklimaat’ met een cijfer. Daarnaast krijg je van je werkplekbegeleider feedback op de leeruitkomsten ‘oriëntatie op beroep’ en ‘ontwerpen, uitvoeren en evalueren’. Deze leeruitkomsten worden na je stage ook beoordeeld op de HAN, via de beoordelingslijsten in de handleiding voor werkplekbegeleiders WPL 1.

Meer informatie over de afsluiting van je stage volgt later dit schooljaar. 

Evaluatie werkplekleren
Wij vinden het belangrijk om ons werkplekcurriculum systematisch te verbeteren. En jouw mening telt! Aan het einde van je stage ontvang je vanuit de HBO-spiegel een geanonimiseerde vragenlijst. Ook nodigt je schoolopleider je uit voor een centraal evaluatiemoment. Tijdens deze bijeenkomst krijg je de ruimte om de vragenlijst in te vullen en een groepsgesprek aan te gaan. 

Natuurlijk hoef je niet te wachten tot deze bijeenkomst. Als je jouw feedback eerder wil delen, neem je contact op met jouw werkplekbegeleider, schoolopleider of instituutsopleider.

Stop je vroegtijdig met je stage? Dan volgt een afsluitend gesprek met je werkplekbegeleider, schoolopleider en instituutsopleider. In dit gesprek kun je feedback geven op het werkplekleren.