Tijdens het eerste jaar van de lerarenopleiding oriënteer je je op het beroep van docent. De centrale vraag is: kan en wil ik leraar worden? Om het antwoord te ontdekken doe je ervaring op in de praktijk, tijdens de karakterweek en je duo-stage pp woensdag en donderdag in periode 2 en 3. Daarnaast volg je elke donderdagmiddag groepsbijeenkomsten op één van de stagescholen.

Organiseren leerwerkplek
Je hoeft niet zelf een stage te zoeken. In september krijg je van het stagebureau een uitnodiging om je aan te melden voor een leerwerkplek. Uiterlijk eind oktober is die plek bekend, en meld je deze aan in het stagesysteem SAS+.

Eindproduct karakterweek
Tijdens de karakterweek in september bezoek je een mbo en een vo-school voor een kennismaking met het leraarschap. Aan het einde van die week schrijf je samen met medestudenten een eindproduct. Dit eindproduct is het startpunt voor je stagetraject binnen Passie voor Leren, dus deel het vooraf met je werkplekbegeleider, schoolopleider en instituutsopleider.

Kennismaking
In de eerste stageweek word je uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek of -bijeenkomst. Daarbij zijn ook je werkplekbegeleider en/of de schoolopleider aanwezig. Jullie bespreken wederzijdse verwachtingen, bijvoorbeeld over de manier van begeleiding. En natuurlijk krijg je de kans om te meer te vertellen over wie jij bent en wat je verwacht van het komende jaar. De complete lijst met onderwerpen die we vanuit Passie voor Leren belangrijk vinden om aan bod te laten komen vind je in het document Onderwerpen voor het kennismakingsgesprek.

Voorbereiding 
Vóór het kennismakingsgesprek denk je na over wie jij bent als student, en welke ondersteuningsbehoefte je hebt. Als hulpmiddel vind je hier een lijst met thema’s waarvoor in begeleiding aandacht is. Vul de lijst in om zicht te krijgen op wat jij nodig hebt als lerende, zodat je begeleiders daar zo goed mogelijk op kunnen aansluiten. Niks is goed of fout, en misschien verandert je ondersteuningsbehoefte nog de komende tijd. Zie de lijst als een uitgangspunt om passende begeleiding voor jou op te starten.

Heb je de lijst ingevuld? Deel deze dan met je werkplekbegeleider, schoolopleider en instituutsopleider. En denk voor het kennismakingsgesprek verder na over de volgende vragen:

  • Wat zijn de belangrijkste drie aandachtspunten voor mij?
  • Wat zegt dit over mij als lerende?
  • Wat vraagt dit van mijn begeleider?
  • Hoe zou begeleiding eruitzien?
  • Hoe maak ik mijn behoefte in begeleiding kenbaar? En aan wie?

Landingsfase
Je stage begint met de landingsfase. Tot aan het startgesprek oriënteer je je op wat de stageschool te bieden heeft. Daarbij stel je je proactief en onderzoekend op. Je beantwoordt vragen als:

  • Wat is de visie van de school?
  • Hoe herken je de visie van de school in de dagelijkse lespraktijk?
  • Hoe ziet de doelgroep eruit?
  • Hoe vindt er samenwerking plaats tussen collega’s?
  • Hoe ziet de organisatiestructuur eruit?

Activiteiten
Om de vragen tijdens de landingsfase te beantwoorden kun je verschillende activiteiten ondernemen. Overleg met je werkplekbegeleider wat mogelijk is, bekijk het document Veertig suggesties voor de landingsfase en neem vooral zelf initiatief. Het is zeker niet de bedoeling dat je alle activiteiten uitvoert. Kies wat past bij jouw interesse, jouw leerfase en de schoolcontext. Voorbeelden van activiteiten:

  • Een dag meelopen met een docent.
  • Een dag meelopen met een klas.
  • Vergaderingen bijwonen.
  • Het PTA en/of het team-, zorg- en schoolplan bestuderen.
  • Overleggen met medestudenten van je opleiding.
  • Een gesprek voeren met actoren binnen de school, zoals de afdelingsleider, conciërge, zorgcoördinator of sectievoorzitter.

Lesgeven
Natuurlijk start je tijdens je stage ook zo snel mogelijk met lesgeven. Elke stageperiode is zo voorbij, dus benut de tijd goed door actief aan de slag te gaan met je pedagogische en didactische leerdoelen. Ook om al praktijkervaring op zak te hebben voordat je het startgesprek voert.

Startgesprek
Drie tot vier weken na de kennismaking word je door één van je begeleiders uitgenodigd voor het startgesprek: een gesprek van een uur tussen jou, je werkplekbegeleider en iemand van het opleidingsinstituut (of de schoolopleider). Het doel? Het vaststellen van de gewenste leeruitkomsten, de maat en de leerweg voor de komende periode. Dat doe je door antwoord te geven op de volgende vragen:

  • Wie ben ik en wat zijn mijn interesses en kwaliteiten?
  • Wat voor leraar wil ik worden, en wat vind ik belangrijk voor mijn leerlingen?
  • Wat heb ik aan het eind van deze stage geleerd? (de vier leeruitkomsten)
  • Wanneer ben ik tevreden over mijn leeropbrengsten? (de maat)
  • Welke stappen moet ik zetten om daar te komen?  (de leerweg)

Voorbereiding
Je hebt de karakterweek afgesloten met jouw persoonlijke blik op het beroep van leraar. Gebruik die als input om een presentatie voor te bereiden waarin je antwoord geeft op de vragen hierboven. De vorm kies je zelf. Denk aan een PowerPoint, een verhaal, en visualisatie of een open dialoog.

Daarnaast maak je een concept werkplan. Pagina 10 tot en met 14 van dit document helpen je om je gewenste leeruitkomsten concreet te maken. Stuur alleen deze pagina’s voor het startgesprek naar je werkplekbegeleider en de instituutsopleider.

Vervolg
Het concept werkplan en de uitkomsten van het startgesprek voeg je toe aan jouw stageportfolio. Op de helft van je stage is er een tussenevaluatie en een het einde een eindevaluatie. Op die momenten kijk je samen met je begeleiders terug naar het startgesprek, om te evalueren welke ontwikkeling je tot dan toe hebt gemaakt.

Inspiratie
Bekijk onderstaande video voor een voorbeeld van het startgesprek.

Werkplekbegeleider
Op je stageschool word je gekoppeld aan een werkplekbegeleider (wpb). Hij of zij stimuleert je om jouw eigen manier van lesgeven te ontwikkelen en ondersteunt jouw groei via feedback, feedup en feedforward. Je spreekt je werkplekbegeleider minimaal één keer per week tijdens een coachgesprek, op een vast moment dat jullie samen bepalen.

In de coachgesprekken bespreek je de pedagogische en didactische leerdoelen in je lessen, jouw leerdoelen in relatie met leerlingen, collega’s en andere betrokkenen en onderzoeksactiviteiten die je hebt ondernomen. Daarnaast leer je reflecteren op de kenmerken van een onderzoekende houding. Bijvoorbeeld nieuwsgierig zijn, een open houding tonen, kritisch zijn, willen begrijpen, bereid zijn tot perspectiefwisseling, je distantiëren van routines, gericht zijn op bronnen en op zeker weten en willen delen met anderen.

Schoolopleider en instituutsopleider
Met schoolgerelateerde vragen of zaken waarmee je werkplekbegeleider je niet kan helpen, kun je terecht bij de schoolopleider (so). Dit is de algemeen begeleider van alle studenten in de school. Daarnaast is de instituutsopleider (io) betrokken bij je stage: een docent van de lerarenopleiding die jou vanuit het instituut begeleidt en onder andere aansluit tijdens formele gesprekken.

Jouw rol
Je bent ook zelf verantwoordelijk voor de manier waarop je begeleid wordt. Het is jouw taak om je werkplekbegeleider te vertellen:

  • wat je wilt uitproberen of wilt leren en wat daarbij je doel is
  • hoe je feedback wilt verzamelen
  • bij wie je feedback wilt verzamelen
  • hoe je bepaalt of het doel behaald is
  • hoe je de feedback verwerkt

Verder zorg je ervoor dat je jouw stageportfolio bijhoudt, je aan gemaakte afspraken houdt en goed voorbereid op je stage verschijnt.

Feedup, feedback en feedforward
Begeleiders en opleiders helpen studenten om de juiste vragen te stellen en tot antwoorden te komen over hun eigen ontwikkeling. Studenten selecteren zelf tijdens integrale beoordelingsmomenten zoals de tussenevaluatie en de eindbeoordeling de informatie waar ze trots op zijn en presenteren deze aan de beoordelaars. Tijdens al deze momenten krijgen zij feedup, feedback en feedforward.

  • Feedup richt zich op de vraag: waar werk ik naartoe? Feedup refereert daarmee aan de verwachte te leveren prestatie.
  • Feedback richt zich op de vraag: hoe doe ik het tot nu toe? Feedback heeft betrekking op alle opmerkingen die te maken hebben met de tot dan toe geleverde prestatie.
  • Feedforward richt zich op de vraag: hoe nu verder? Feedforward geeft aan dat de student voor toekomstige prestaties aandacht dient te besteden aan bepaalde ontwikkelpunten.
Groei via feedback, feedup en feedforward.

Groei via feedback, feedup en feedforward.

Leren in de leergemeenschap
In de propedeusefase maak je deel uit van een leergemeenschap met ongeveer 30 gelijkgestemden: medestudenten, professionals van instituten als Fontys en HAN en professionals van de verschillende werkplekken binnen Passie voor Leren. Elke donderdagmiddag van 13.45 tot 17.00 zijn er verplichte bijeenkomsten die je volgt met je coachgroep: een kleinere groep studenten binnen de leergemeenschap. De locatie verschilt per keer, maar is altijd één van de stagescholen van Passie voor Leren. Een bijeenkomst bestaat uit twee onderdelen:

  1. Een plenair deel
  2. Een coachdeel

In het plenaire deel worden gezamenlijk verschillende onderwerpen behandeld, bijvoorbeeld klassenmanagement of de manier waarop je een les opbouwt. De inhoud van het plenaire gedeelte staat voor een deel vast en enkele onderdelen bieden we vraaggestuurd aan. In dit geval bepaal je als coachgroep waar jullie behoefte aan hebben.

In het coachdeel word je soms individueel en soms in (sub)groepjes begeleid bij het systematisch ontwikkelen van je handelen. Tijdens coachgesprekken zoomen jullie samen in op jouw persoonlijkheid, je professionele identiteit, je persoonlijke leerdoelen en de route daarnaartoe. Je stelt persoonlijke leervragen en werkt doelgericht en op onderzoekende wijze toe naar de antwoorden. Jouw stageportfolio speelt hierbij een belangrijke rol.

Brede oriëntatie werkveld
In overleg met je coach bezoek je tijdens het tweede deel van je stage een andere school dan je eigen stageschool. Het doel is een brede oriëntatie op het werkveld, door kennis te maken met de visie van andere scholen en te kijken wat zij te bieden hebben. Naast deze kennismaking koppel je een onderwijskundig thema aan het scholenbezoek, bijvoorbeeld didactisch coachen of Agora-onderwijs. Je kiest zelf welke andere school je bezoekt. De opbrengsten bespreek je binnen je coachgroep en via intervisie met je coach.

Samen leren
Sowieso moedigen we je aan om tijdens het werkplekleren andere studenten op te zoeken, het gesprek aan te gaan en bij elkaar in de les te kijken. Op je eigen stageschool of op de andere scholen van Passie voor Leren. Een mooie kans om je blik te verbreden en te ontdekken hoe anderen omgaan met situaties uit de onderwijspraktijk. Overleg met je werkplekbegeleider over de mogelijkheden.

Stageportfolio
Als student leg je jouw leerproces en de leeruitkomsten vast in een stageportfolio. Het doel? Jezelf en jouw begeleiders inzicht geven in je professionele ontwikkeling. En aangeven wat nog nodig is om op het niveau te komen van een startbekwame docent. De manier waarop je dat doet kies je zelf. Wel vind je op het beoordelingsformulier van de propedeusefase een rubric met criteria waaraan je stagedossier moet voldoen, voordat het eindgesprek kan plaatsvinden. En minimaal de volgende onderdelen komen in je portfolio aan bod:

  • Voorwoord
  • Beschrijving van jouw leerproces tijdens je hele stage.
  • Een ingevuld format van de tussenevaluatie
  • Zelfverantwoording leeruitkomsten 1 tot en met 4
  • Bijlagen met bewijslast
  • Afterpage (na het eindgesprek)

Facultatief is een extra zelfbeoordeling om goed presteren aan te tonen. Meer daarover lees je in de Handleiding professioneel handelen.

Jouw stageportfolio geeft informatie over jouw professionele identiteit, je manier van reflecteren, je lesgevende kwaliteiten, onderzoekend vermogen, collegialiteit en samenwerking. Je houdt de inhoud tijdens je hele opleiding up-to-date, en deelt die tijdens het stagejaar met je werkplekbegeleider. Door jouw ervaringen te koppelen aan de verschillende leeruitkomsten, kun je samen met je begeleiders jouw ontwikkeling gericht sturen.

Beoordeling stageportfolio
Het stageportfolio wordt niet beoordeeld met een cijfer. Het bijhouden van het dossier is wel een verplicht onderdeel van de opleiding en de inhoud telt mee bij de eindbeoordeling van je stage.

Waarom een stageportfolio?
Binnen Passie voor Leren vinden we het belangrijk dat studenten zelfsturing ontwikkelen. Het beroep van leraar verandert continu, waardoor er van docenten gevraagd wordt voorbereid te zijn op een leven lang leren. Om blijvend en betekenisvol aan bekwaamheden te werken, is het belangrijk dat zij herkennen wat zinvolle informatie is over de kwaliteit van hun werk en hun eigen ontwikkeling. Dit bereiken we door actief in te zetten op het leren stellen van vragen, het geven van en het vragen om feedback en het stimuleren van keuzes maken op basis van feedback. Zo leren studenten praktijkproblemen op te lossen. Het portfolio is één van de ondersteunende middelen in dit leerproces.

Middengesprek
Ongeveer halverwege je stage nodigt je schoolopleider of instituutsopleider jou uit voor het middengesprek: een gesprek van ongeveer een uur tussen jou, je werkplekbegeleider en iemand van het opleidingsinstituut of de schoolopleider. Het doel? Terugblikken op de afgelopen periode, kijken waar je nu staat en waar je de komende periode naartoe wil. Dat doe je door antwoord te geven op vragen als:

  • Wat heb je tot nu toe ondernomen en ervaren?
  • Wat heeft dat opgeleverd? Zit je voor jouw gevoel op de goede plek?
  • Wat heb je ontdekt over de doelgroep? Hoe gaan collega’s daarmee om?
  • Waar werk je naartoe? Aan welke leeruitkomsten wil je werken?
  • Welke activiteiten moet je daarvoor inzetten? En wat heb je nog meer nodig?
  • Welke professionele ontwikkeling is nodig bij jezelf en waarom?
  • Wat kan deze stage nóg waardevoller maken voor je?
  • Wat ga je verwerken in je stageportfolio?

Voorbereiding
De manier waarop je het middengesprek voorbereid is aan jou. Het gaat erom dat de antwoorden op de vragen hierboven tijdens het gesprek aan bod komen. Die kun je bijvoorbeeld verwerken in een presentatie, je schrijft alvast een algemene conclusie of je vult zelf het formulier Middengesprek in. Tip: blik terug op het startgesprek, kijk nog eens naar de leeruitkomsten en overleg met je begeleider over wederzijdse verwachtingen. Stuur je voorbereiding minimaal 3 werkdagen voor het middengesprek naar je begeleider(s).

Daarnaast deel je jouw stageportfolio ruim voor het middengesprek met je werkplekbegeleider en de instituutsopleider. Zo hebben zij de kans om feedback te geven en kun jij zorgen dat je portfolio voor het gesprek helemaal in orde is.

Vervolg
Het middengesprek is formatief van aard. Je krijgt dus geen cijfer. Wel ontvang je tijdens het gesprek feedback van je begeleiders op het formulier Middengesprek en geeft je werkplekbegeleider concreet aan of er vertrouwen is in het voldoende afronden van de stage. Jij plaatst het ingevulde formulier in je stageportfolio en schrijft een kort gespreksverslag, dat je deelt met je begeleiders.

Eindgesprek
Je sluit je stageperiode af met een eindevaluatie: een driehoeksgesprek van ongeveer een uur tussen jou, je werkplekbegeleider en iemand van het opleidingsinstituut of de schoolopleider. Dat vindt uiterlijk 14 dagen na de laatste stagedag plaats. Je maakt hiervoor zelf een afspraak met je begeleiders.

Aan het begin van het eindgesprek deel je jouw ontwikkeling binnen de vier leeruitkomsten en je leerproces tijdens je stage. De vorm waarin je dat doet kies je zelf. Daarna volgt een gesprek waarin je feedback en feed forward krijgt op je ontwikkeling, je houding en inzet tijdens de propedeusefase. Jouw stageportfolio, de lesbezoeken (of video’s) en het middengesprek vormen hiervoor de basis.

Voorbereiding
Als voorbereiding bereid je een presentatie voor van zo’n 5 tot 10 minuten over jouw ontwikkeling binnen de vier leeruitkomsten en je leerproces tot nu toe. Dat doe je op basis van je stageportfolio, dat je ruim voor het eindgesprek hebt laten goedkeuren door jouw instituutsopleider, wpb’er en/of schoolopleider. De vorm van de presentatie is vrij.

Eindbeoordeling
Direct na het eindgesprek vindt de eindbeoordeling plaats. Daarbij heeft de instituutsopleider de rol van beoordelaar, in combinatie met het advies van de werkplekbegeleider en schoolopleider. Via het beoordelingsformulier krijg je per leeruitkomst feedback en een woordbeoordeling: onvoldoende aangetoond (OA), voldoende aangetoond (VA) of goed aangetoond (GA). Als alle leeruitkomsten voldoende zijn, heb je de propedeusefase gehaald. Zo niet, dan ga je met je instituutsopleider in gesprek over een verlenging of een herkansing.

Vervolg
De uitkomst van het eindgesprek voeg je als afterpage toe aan je portfolio. Een voorbeeld daarvan vind je in het werkplan. Jouw afterpage is het startpunt voor je vervolgstage en een voorbereiding op het startgesprek in het volgende studiejaar. Ook het ingevulde beoordelingsformulier voeg je om die reden toe aan je portfolio. Je definitieve stageportfolio upload je na goedkeuring door de instituutsopleider in GradeWork.

Meer informatie over de manier van beoordelen vind je in de Handleiding professioneel handelen.

Evaluatie werkplekleren
Wij vinden het belangrijk om ons werkplekcurriculum systematisch te verbeteren. En jouw mening telt! Via een geanonimiseerde vragenlijst en een groepsgesprek horen we graag hoe jij het werkplekleren hebt ervaren. Van je schoolopleider ontvang je een uitnodiging voor het centrale evaluatiemoment aan het einde van jouw stage.

Uiteraard hoef je niet te wachten tot deze bijeenkomst. Als je eerder jouw feedback wil delen, neem dan contact op met jouw werkplekbegeleider, schoolopleider of instituutsopleider.

Stop je vroegtijdig met je stage? Dan vindt een afsluitend gesprek plaats met je werkplekbegeleider, schoolopleider en instituutsopleider. In dit gesprek kun je feedback geven op het werkplekleren en krijg je de mogelijkheid om de vragenlijst in te vullen.