ALO Hoofdfase 1

In het tweede jaar van je opleiding ontwikkel je jezelf als leraar sport en bewegingsonderwijs door meer vakinhoudelijke, vakdidactische en pedagogisch kennis op te doen. Hiervoor loop je de eerste helft van het schooljaar één dag in de week stage in het voortgezet onderwijs. Daar geef je samen met een medestudent les aan een hele klas. Je daagt leerlingen uit om op hun eigen niveau te bewegen, gezond te bewegen en het maximale uit zichzelf en elkaar te halen.

Kennismakingsgesprek
Ruim voor de start van je stage ontvang je via Bureau Extern de gegevens van de school en de schoolopleider. Meestal loop je stage met een ALO-student uit hetzelfde leerjaar. In dat geval zoek je elkaar op en leg je samen het eerste contact. De schoolopleider zal jullie vervolgens uitnodigen voor een kennismakingsgesprek, waarbij ook je werkplekbegeleider aanwezig is. Tijdens dit gesprek wissel je verwachtingen uit over het verloop van de stage en de begeleiding. Verder vinden we het belangrijk dat enkele praktische zaken aan bod komen. Die vind je in het stageprotocol van jouw stageschool.

Voorbereiding
Als voorbereiding op het kennismakingsgesprek denk je na over wie jij bent als student, en welke ondersteuningsbehoefte je hebt. Daarnaast is het belangrijk dat je weet wat de algemene leerdoelen zijn van de stage en welke stageopdrachten je gaat uitvoeren.

Startgesprek
In de derde week van je stage voer je een startgesprek: een gesprek tussen jou, je werkplekbegeleider en eventueel de schoolopleider. Het doel? Beelden uitwisselen over jouw leerroute en het afstemmen van persoonlijke leerdoelen en bijbehorende leeractiviteiten. Je geeft antwoord op vragen als:

  • Wie ben ik?
  • Waar werk ik naartoe?
  • Welke stappen moet ik zetten om daar te komen?
  • Wat voor type docent wil ik worden?

Hierbij omschrijf je zo concreet mogelijk de leeropbrengsten aan het eind van de stage. Het startgesprek duurt ongeveer een half uur en wordt niet beoordeeld met een cijfer.

Voorbereiding
Als voorbereiding op het startgesprek vul je de actieplanpiramide in, op basis van de vragen hierboven en je ervaringen tijdens de eerste stageweken. Tijdens het gesprek licht je jouw actieplanpiramide toe. Daarna stellen de begeleiders verhelderende en verdiepende vragen. En als het nodig is, helpen ze jou om je leerdoelen helder te formuleren.

Vervolg
Zowel de voorbereiding als de verwerking van het startgesprek bewaar je in je stagemap. Op de helft en aan het einde van je stage kijk je samen met je begeleiders terug naar het startgesprek en evalueren jullie je ontwikkeling tot dan toe.

Inspiratie
Bekijk de video hieronder om een beeld te krijgen van het startgesprek.

Werkplekbegeleider
Je werkplekbegeleider maakt je wegwijs op je stageschool en begeleidt je bij het halen van de stagecriteria en jouw persoonlijke leerdoelen. Die zorgt ervoor dat jij verkregen inzichten in de praktijk kunt toepassen en daagt je uit om je grenzen stap voor stap te verleggen. Soms met ondersteuning van andere collega’s of de schoolopleider. Je krijgt wekelijks gerichte feedback op je lessen van je begeleider, via het observatieformulier. Die feedback verwerk je zelf in je stagemap.

Schoolopleider
Met algemene vragen over je stage, of vragen waarmee je niet bij je werkplekbegeleider terecht kunt, ga je naar de schoolopleider. De schoolopleider is medeverantwoordelijk voor de kwaliteit van de werkplek en van de begeleiding, is aanwezig bij evaluatiemomenten en neemt de rol van tweede beoordelaar op zich.

Studentcoach
De studentcoach is jouw persoonlijke begeleider vanuit de HAN. Tijdens wekelijkse coachgesprekken zoomen jullie samen in op jouw persoonlijkheid, je professionele identiteit, je persoonlijke leerdoelen en de route daarnaartoe. De studentcoach bezoekt minimaal één keer per stageperiode een les op je stageschool.

Jouw rol
Natuurlijk ben je zelf ook verantwoordelijk voor de manier waarop je begeleid wordt. Het is jouw taak om je werkplekbegeleider en je studentcoach te vertellen:

  • wat je leerdoelen zijn
  • hoe je die wilt bereiken
  • hoe je feedback wilt verzamelen
  • bij wie je feedback wilt verzamelen
  • hoe je bepaalt of het doel behaald is
  • hoe je de feedback verwerkt

Deze punten heb je vastgelegd in jouw actieplanpiramide. Verder zorg je ervoor dat je je stagemap bijhoudt, je aan gemaakte afspraken houdt en goed voorbereid op school verschijnt.

Feedup, feedback en feedforward
Begeleiders en opleiders helpen studenten om de juiste vragen te stellen en tot antwoorden te komen over hun eigen ontwikkeling. Studenten selecteren zelf tijdens integrale beoordelingsmomenten zoals de tussenevaluatie en de eindbeoordeling de informatie waar ze trots op zijn en presenteren deze aan de beoordelaars. Tijdens al deze momenten krijgen zij feedup, feedback en feedforward.

  • Feedup richt zich op de vraag: waar werk ik naartoe? Feedup refereert daarmee aan de verwachte te leveren prestatie.
  • Feedback richt zich op de vraag: hoe doe ik het tot nu toe? Feedback heeft betrekking op alle opmerkingen die te maken hebben met de tot dan toe geleverde prestatie.
  • Feedforward richt zich op de vraag: hoe nu verder? Feedforward geeft aan dat de student voor toekomstige prestaties aandacht dient te besteden aan bepaalde ontwikkelpunten.

Samen leren
Je loopt meestal stage met een medestudent. Daardoor zie je wat een ander doet, leer je van elkaar en kun je makkelijk overleggen. Verder vinden we het belangrijk dat jij écht onderdeel uitmaakt van het team en de sectie op je stageschool. Door lessen van collega’s bij te wonen, te overleggen en hen om input en feedback te vragen ontwikkel je jezelf, je professionele identiteit en je visie op onderwijs. Samen met je werkplekbegeleider bespreek je welke stappen je hierin gaat zetten.

Stagemap
Voor je stage begint, maak je een stagemap aan. Dit kan digitaal of op papier. De stagemap is je werkboek, waarin je de voortgang van de stage overzichtelijk bijhoudt. Een middel om jouw ontwikkeling als student zichtbaar te maken. In je stagemap neem je in ieder geval de volgende dingen op:

  • Informatie over de stageschool
  • Nulmeting: wie ben ik? Waar sta ik?
  • Persoonlijke leerdoelen: wat voor docent wil ik zijn? Hoe ga ik dat bereiken?
  • Actieplanpiramides
  • Reflecties volgens reflectiemodellen STARR, Korthagen, ABCD-methode
  • Lesvoorbereidingen en lessenreeksen
  • Lesobservatieformulieren met feedback
  • Ingevulde vragenlijsten zoals VIL
  • Totaaloverzicht van je stagelessen
  • Uitwerkingen van stageopdrachten
  • Formulieren van het studentvolgsysteem

Je zorgt ervoor dat je je bijgewerkte stagemap op elk moment tijdens je stage kunt laten zien aan je werkplekbegeleider. Je stagemap wordt niet beoordeeld met een cijfer, maar het bijhouden ervan is wel een verplicht onderdeel van de opleiding en draagt bij aan een brede professionele basis.

Waarom een stagemap?
Binnen Passie voor Leren vinden we het belangrijk dat studenten zelfsturing ontwikkelen. Het beroep van leraar verandert continu, waardoor er van docenten gevraagd wordt voorbereid te zijn op een leven lang leren. Om blijvend en betekenisvol aan bekwaamheden te werken, is het belangrijk dat zij herkennen wat zinvolle informatie is over de kwaliteit van hun werk en hun eigen ontwikkeling. Dit bereiken we door actief in te zetten op het leren stellen van vragen, het geven van en het vragen om feedback en het stimuleren van keuzes maken op basis van feedback. Zo leren studenten praktijkproblemen op te lossen. De stagemap is één van de ondersteunende middelen in dit leerproces.

Leefstijl van leerlingen
Voor de onderwijsleermodule Sport, bewegen en gezondheid 2 breng je de leefstijl van leerlingen in kaart. Tijdens de lessen op je stageschool meet je lengte en gewicht bij leerlingen, bepaal je hun conditie en doe je navraag naar beweeg- en eetgedrag. Met een aanvullende vragenlijst breng je andere leefstijlgerelateerde factoren in kaart, zoals leefomgeving en motivatie. Deze opdracht is onderdeel van een groter onderzoek vanuit het expertisegebied Lifestyle & Health Promotion van HAN Sport en Bewegen.

Motivatie van leerlingen
Voor de onderwijsmodule Leraar SBO in VO2 observeer je de motivatie van leerlingen en bekijk je het motivationele klimaat in de lessen. Vervolgens kom je met concrete verbeterpunten. Daarnaast werk je aan een presentatie van leerarrangementen die de intrinsieke motivatie van leerlingen kunnen verhogen. De presentatie houd je op de ALO, maar het zou goed zijn om de leerarrangementen ook daadwerkelijk uit te voeren op je stageschool. Overleg zelf met je werkplekbegeleider over de mogelijkheden.

Tussenevaluatie
Halverwege je stage vindt de tussenevaluatie plaats: een gesprek tussen jou, je werkplekbegeleider en de schoolopleider. Via het studentvolgsysteem beoordeelt je werkplekbegeleider met een cijfer hoe je lesgeeft aan een deel van de klas. Daarbij is het belangrijk dat leerlingen veel bewegen, veilig bewegen en willen bewegen. Tijdens het gesprek zelf blik je samen terug op de afgelopen periode, kijk je waar je nu staat en waar je in de toekomst naartoe wil.

Voorbereiding
Als voorbereiding op de tussenevaluatie vul je zelf ook het beoordelingsformulier uit het studentvolgsysteem in, dat je vervolgens deelt met je werkplekbegeleider. Zo maak je duidelijk waar je in jouw ogen staat qua ontwikkeling. Jouw eigen reflectie vormt met de beoordeling van je werkplekbegeleider het uitgangspunt voor een inhoudelijk interessant gesprek.

Vervolg
Zowel jouw voorbereiding als de beoordeling van de tussenevaluatie bewaar je in je stagemap. Tijdens de eindbeoordeling kijk je hierop terug en evalueer je samen met je begeleiders de ontwikkeling die je hebt doorgemaakt.

Een onvoldoende?
Overleg zo snel mogelijk met jouw werkplekbegeleider, schoolopleider en studentcoach over de beste vervolgroute.

Eindbeoordeling
Aan het einde van je stage plan je de eindbeoordeling: een gesprek tussen jou, je werkplekbegeleider en de schoolopleider. Je blikt terug op de afgelopen periode en laat je ontwikkeling zien aan de hand van het studentvolgsysteem en je persoonlijke leerdoelen. Daarbij zoom je in op de verschillen tussen lesgeven in het po en het vo, zoals jij die tot nu toe hebt ervaren. Ook kijk je vooruit naar de toekomst: hoofdfase 2. Aan het einde van het gesprek krijg je een cijfer. De eindbeoordeling duurt ongeveer een half uur.

Voorbereiding
Voor de eindbeoordeling vul je het studentvolgsysteem in en deel je het formulier met je werkplekbegeleider. Verder denk je na over de ontwikkeling die je tijdens de tweede helft van je stage hebt doorgemaakt. Jouw werkplekbegeleider vult het studentvolgsysteem ook in en tijdens de eindbeoordeling vergelijken jullie je bevindingen. Uiteindelijk bepalen je begeleiders samen het definitieve cijfer.

Vervolg
Na de eindbeoordeling stuur je het studentvolgsysteem naar je studentcoach van de HAN en bewaar je de voorbereiding en de opbrengsten in je stagemap.

Een onvoldoende?
Stem zo snel mogelijk met je werkplekbegeleider, schoolopleider en studentcoach af op welke manier je alsnog een voldoende kunt halen.

Evaluatie werkplekleren
Wij vinden het belangrijk om ons werkplekcurriculum systematisch te verbeteren. En jouw mening telt! Via een geanonimiseerde vragenlijst en een groepsgesprek horen we graag hoe jij het werkplekleren hebt ervaren. Van je schoolopleider ontvang je een uitnodiging voor het centrale evaluatiemoment aan het einde van jouw stage.

Uiteraard hoef je niet te wachten tot deze bijeenkomst. Als je eerder jouw feedback wil delen, neem dan contact op met jouw werkplekbegeleider, schoolopleider of instituutsopleider.

Stop je vroegtijdig met je stage? Dan vindt een afsluitend gesprek plaats met je werkplekbegeleider, schoolopleider en instituutsopleider. In dit gesprek kun je feedback geven op het werkplekleren en krijg je de mogelijkheid om de vragenlijst in te vullen.